N1 Hendricks
N1 Hendricks ,
INGEHANGEN ALS PARKEERPLAATS.- Vader:
Hendrick Isaacksz , zn. van Isaack Rutgersz en Aeltien Jans Harmensz ,
geb. in 1643 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1665-88,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1690-69,
, -
HEIJNDRICK ISAACKSZ
Blaricum Koptienden (1665-88 1690-69):
1665-88: v. Rutger Isaacksz 1 Spt 5 cop
1667-88: v. Gerritge Lambertsz Huijserboeck 4 cop
- Situatie: 2 Spt 1 cop
- op Cornelis Jacob Jan Harmensz 5 kop
- Situatie: 1 Spt 4 cop
1668-88: op Tijs Reijersz 3 cop
- v. Lijsbet Isaacksz 4 cop 1/2
t/m 1689-73: Situatie: 1 Spt 5 cop 1/2
1690-69: v. Isack Claesz 3 Spt 4 cop
- op ZOON Isack Heijnricksz 2 Spt 4 cop 1/2
- op Duerkant de Schoudt 3 cop 1/4
- op Lambert Gerritsz Perck 1 Spt 3 cop 1/8
- op Marten Jacobsz Mets 4 cop
- op Roel Willemsz Ruijter 2 cop 5/8
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 102-103; 02-02-1661: Incest ?. Compareerde voor ons Thomas Jacobsz Henvliet Schout, Jacob Willemsz en Jan Jacobsz Schepenen in Blaricum, Aefien Ghijsberts Vroetvrouw alhier ende verklaerde ter requisitie van Sijtien
Jans weduwe van Isack Claesz, dat sij op den 1e februarij 1661 in den avont-tijt geroepen is ten huijse van de requirant aldaar heeft, dat haar requirants dochter met name Elbertje Isacken een jonge dochter hadde gebaert edoch niet volkomelijck
verlost sijnde, heeft sij comparante tot haer - Elbertien voorsz - geseijt, ick weet niet, of ghij alsnogh in noot sijnde sult leven of sterven, seght mij wie is vaeder van dit kint en dat de voornoemde Elbertien tot antwoort voeghde ick leve
of sterve, dat ick noeijt met ijmant ter werelt eenige vleeschelijcke conversaetie ofte gemeenschap hebbe ghehadt dan met Hendrick Isacken die oock den rechten vader van dese vrucht is. Ael 't welck voorsz sij comparante als waarachtigh, te
sijn soo waaren most haer Godt almachtigh helpen: In kennisse van waarheit is dese bij ons ondertekent, actum den 2e februarij Anno 1661
02-02-1661: Navraag door schepenen
-
SAGV155.2-3235, Folio 9; 12-04-1662: Mathijs Boelhouwer Schout tot Laren als vooght van Fuijsien Isaacken, Rutger Isaacksz voor hem selve en Jan Isaacken tot Laren eijsers CONTRA Hendrick Isaacksz tot Blaricum gedaagde; de eijsers seijden, dat
de gedaegde met haarluijden nevens de andere erfgenamen van Isaack Rutgersz ende Aeltien Jan Harmens za: op den 02-04-1662 over de selve naetatenschap een mondeling accoort met toestemminge van haar allen hadden opgerecht om voorts te treden
tot deijlinge van de voornoemde goederen en als de gedaagde in desen hem als nu onwillig doet ..
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 139-140; 28-05-1662: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Rutger Isacken voor hem selve en vervangende en hem sterck maeckende voor Fuijsien Isacke sijne suster, en Jan Isacken en Hendrick
Isacken sijne broeders en Lubbert Jansz als vooght van Lijsbeth Ijsacks die transporteerde aen Bort Jansz alhier wonende een huijs en hofstede
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 9-10; 06-12-1667: Testament; Compareerde voor Schepenen van Blaricum Lijsbetien Isaacksz bejaarde dochter alhier woonachtigh tamelijck gesont van lichame .. heeft geinstitueert tot hare eenige en universel erfgenaam
de kinderen van Rutger Isaacksz, Jan Isaacksz, en Hendrick Isaacks bij plaetsvullinge van haae voornoemde boedel: mits dat geinstitueerde erfgenamen sullen gehouden wesen aen Fuijsien Isaacks haar suster in voldoeninge van haar gerechtigheit
uijt te leeren f 12,-. Dies sullen de kinderen van Rutger Isaacksz enkele stukkn lant en f 100,-. De kinderen van Jan Isaacksz sullen trecken enkele stukken grond en haar sliveren ketting. De kinderen van Hendrick Isaacksz sullen profiteren
enkele stukken lant, haar swarte en blauwe rok en f 60,-.
-
SAGV155.2-3236, Folio 185; 07-09-1676: Marten Jacobsz Mets en Rutger Isaacksz als vooghden over de weeskinderen van Hendrick Isacksz CONTRA Claes Harmensz; betreft obligatie,
relatie.
- Moeder:
Elbertje Isaacks , dr. van Isaack Claesz en Sijtien Jansz ,
, -
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 102-103; 02-02-1661: Incest ?. Compareerde voor ons Thomas Jacobsz Henvliet Schout, Jacob Willemsz en Jan Jacobsz Schepenen in Blaricum, Aefien Ghijsberts Vroetvrouw alhier ende verklaerde ter requisitie van Sijtien
Jans weduwe van Isack Claesz, dat sij op den 1e februarij 1661 in den avont-tijt geroepen is ten huijse van de requirant aldaar heeft, dat haar requirants dochter met name Elbertje Isacken een jonge dochter hadde gebaert edoch niet volkomelijck
verlost sijnde, heeft sij comparante tot haer - Elbertien voorsz - geseijt, ick weet niet, of ghij alsnogh in noot sijnde sult leven of sterven, seght mij wie is vaeder van dit kint en dat de voornoemde Elbertien tot antwoort voeghde ick leve
of sterve, dat ick noeijt met ijmant ter werelt eenige vleeschelijcke conversaetie ofte gemeenschap hebbe ghehadt dan met Hendrick Isacken die oock den rechten vader van dese vrucht is. Ael 't welck voorsz sij comparante als waarachtigh, te
sijn soo waaren most haer Godt almachtigh helpen: In kennisse van waarheit is dese bij ons ondertekent, actum den 2e februarij Anno 1661
02-02-1661: Navraag door schepenen.
relatie
met
Lambert Gerritsz Perck, zn. van Gerrit Perck,
geb. in 1658 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1690-84,
INGEHANGEN ALS PARKEERPLAATS,
ovl. op 30-05-1723 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1707-77,
begr. op 30-05-1723 te Blaricum; Pro Deo,
, -
LAMBERT GERRITSEN PERCK
Blaricum Koptienden (1690-84 1699-77):
1690-84: v. Heijndrick Isacksz 1 Spt 3 cop 1/8
t/m 1696-84: Situatie: 1 Spt 3 cop 1/8
1697-77: SLUIJ
- op Claes Willemsz Boer in Huijserboeck 5 cop
- Situatie: 0 Spt 6 cop 1/8
1698-77: op Jan Steevensz van Bunschoeten 6 cop 1/2
- Noch verkregen van onbekende 4 cop 3/4
- Situatie: 0 Spt 4 cop 3/8
- ER STAAT: 0 Spt 5 cop 3/8
- op Teunis Gerritsz 2 cop 1/2
- Situatie: 0 Spt 2 cop 7/8
1699-77: op Gerrit Goosen 2 cop 7/8
-
SAGV155.2-3227-blz. 353; 20-11-1684: Tot voogden over het nagelaten kint van Claesje Theunis werden gestelt Lambert Gerritsz Perck desselfs vader en Gerrit Duijrkant Schout deses dorps,
relatie (1)
met Claesje Teunis
>